Verbod op stroomband uitgesteld

De inwerkingtreding van het verbod op het gebruik van de stroomband is uitgesteld. Het verbod zou op 1 juli 2021 in gaan, maar dat streven is door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) niet gehaald.

donderdag 1 juli 2021

'We keken erg uit naar dit moment. Het gebruiken van stroom veroorzaakt onnodig veel pijn en ellende en had wat ons betreft al lang verboden moeten zijn.' aldus Daphne Groenendijk, directeur Koninklijke Hondenbescherming. 

Volgens het ministerie van LNV heeft de vertraging op het invoeren van het verbod te maken met de vele debatten die over de stroomband zijn gevoerd. Daardoor is het benodigde advies van de Raad van State later aangeleverd. Het voorstel is inmiddels al wel door de Raad van State gezien. De stap die nu nog nodig is, is de bespreking door de ministerraad.

Standvastig

Demissionair minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) Carola Schouten heeft zich tot vreugde van de Hondenbescherming altijd zeer standvastig opgesteld. Groenendijk: 'Zij hield gelukkig vast aan haar voornemen om het gebruik van de stroomband te verbieden.'

'Door het gebruik van stroombanden komt het dierenwelzijn in het geding,' liet demissionair minister Schouten eerder weten 'daarom  kies ik ervoor om de banden te verbieden. Als houder van een huisdier ben je verantwoordelijk om het dier goed te verzorgen. Daar hoort ook een goede opvoeding – zonder gebruik van een stroomband – bij.' Het ministerie van LNV heeft laten weten binnenkort met een dierenwelzijnsbrief te komen waarin onder meer de nieuwe streefdatum zal staan om het verbod in te laten gaan.

Verbod op stroom

Het toekomstige verbod zal gaan gelden voor alle apparatuur waarmee honden door middel van stroomstoten pijn kan worden gedaan. Het verbod zal komen te staan in artikel 1.3 van het Besluit houders van dieren. Door die plek in de wet zal het gebruik van de stroomband als dierenmishandeling worden gekwalificeerd.

Dierenmishandeling is een misdrijf waarop een forse strafmaat staat: een gevangenisstraf van maximaal 3 jaren of een geldboete van de vierde categorie (€ 21.750,-). De Hondenbescherming is tevreden met deze wettelijke basis en kwalificering omdat de daarmee gepaard gaande strafmaat een afschrikwekkende werking zal hebben.