Maak van het dierenhoudverbod een op zich zelf staande straf
De Hondenbescherming roept de Tweede Kamer op om het wetsvoorstel voor een dierenhoudverbod tijdens de plenaire vergadering aan te nemen.
De roep om dit verbod als zelfstandige straf op te kunnen leggen, is groot. De huidige wetgeving biedt alleen de mogelijkheid tot het opleggen van een dierenhoudverbod als een bijzondere voorwaarde bij een (deels) voorwaardelijke straf. Het probleem hierbij is dat het houdverbod komt te vervallen bij de tenuitvoerlegging van de hoofdstraf. De veroordeelde dierenmishandelaar kan dan gewoon weer dieren gaan houden.
'Bijzondere voorwaarde'
Een voorbeeld ter illustratie van dit nadeel: een dierenbeul krijgt twee jaar gevangenisstraf waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Hij zit één jaar uit en komt dan voorwaardelijk vrij. Gedurende de proeftijd van drie jaar mag hij geen dieren houden (bijzondere voorwaarde). Hij gaat toch weer dieren houden, waardoor alsnog het tweede jaar van de gevangenisstraf ten uitvoer wordt gelegd. Hij gaat de gevangenis in en ondergaat de hoofdstraf met als gevolg dat de bijkomende voorwaarde van destijds komt te vervallen. Hij komt de gevangenis uit en er is geen houdverbod meer.
Dierenhoudverbod als zelfstandige maatregel
Bovenstaande situatie kan worden voorkomen met het kunnen opleggen van een dierenhoudverbod als zelfstandige maatregel. Het voordeel van een dierenhoudverbod als zelfstandige maatregel is namelijk dat het niet afhankelijk is van de hoofdstraf. Zodra het wetsvoorstel is aangenomen, wordt het mogelijk dat een veroordeelde dierenmishandelaar voor maximaal tien jaar geen dieren meer kan houden.
Invoering van de wet
Na herhaaldelijk aandringen van de Koninklijke Hondenbescherming en andere dierenbeschermingsorganisaties richting de overheid op het invoeren van een dierenhoudverbod als zelfstandige maatregel, heeft de overheid een aantal jaar geleden besloten om een dierenhoudverbod als zelfstandige maatregel wettelijk mogelijk te maken. De Hondenbescherming is hier uiteraard blij mee, maar de daadwerkelijke invoering van de wet laat al lang op zich wachten.
Het wetsvoorstel is uiteindelijk pas in december 2020 voor advies naar de Raad van State gestuurd en moet nu nog worden behandeld door de Tweede en Eerste Kamer. 'We vragen de Tweede Kamer om de verdere behandeling van het wetsvoorstel voortvarend ter hand te nemen, zodat een houdverbod kan worden opgelegd dat niet verdwijnt als zich bepaalde omstandigheden voordoen waarvan het afhankelijk is gesteld.' aldus Just de Wit, jurist en gespecialiseerd in dierenrechten van de Koninklijke Hondenbescherming.