Hondenbescherming juicht scherpere fokregels kortsnuitige honden toe
De Koninklijke Hondenbescherming is bijzonder verheugd dat per direct de fokregels voor de zogeheten brachycephale honden worden aangescherpt. "Iedere dag dat een hond lijdt door zijn uiterlijke kenmerken, is er een te veel. Dit is echt fantastisch nieuws voor deze honden."
Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft vandaag, donderdag 24 augustus 2023, de beleidsregel ‘Fokken met brachycephale honden’ gepubliceerd. Brachycephale honden worden ook wel kortsnuitige honden genoemd. Kortsnuitige honden, zoals de Mopshond en de Franse bulldog, hebben veelal te kampen met ernstige schedel- en snuitafwijkingen. Dat uit zich bijvoorbeeld in ademhalings- en slikproblemen, maar ook in ernstige hoofdpijn of chronische oog- en oorproblemen.
In de beleidsregel staan zes criteria genoemd waaraan fokkers bij het fokken van brachycephale honden moeten voldoen, om te voorkomen dat er honden worden gefokt op een wijze waarop het welzijn en de gezondheid kunnen worden benadeeld. Bij deze criteria wordt onder meer gekeken naar het eventueel aanwezig zijn van een abnormaal ademgeluid, de mate van vernauwing van de neusgaten, de mate van zichtbaarheid van het oogwit en naar het ooglidreflex (of de ogen gesloten kunnen worden). De inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), die zich onder meer bezighouden met de handhaving van artikel 3.4 van het Besluit houders van dieren, hanteren al vanaf 2019 deze criteria bij hun toezicht.
Bestendiging en aanscherping van de fokregels voor kortsnuitige honden
De beleidsregel houdt dus de bestendiging van bestaand beleid in, aangezien de kenmerken reeds in de handhavingspraktijk worden toegepast. De beleidsregel scherpt echter ook de fokregels aan. Zo was het toegestaan om een brachycephale hond die niet voldeed aan (een van) de criteria te kruisen met een gezonde hond. Ook wel outcross genoemd. Met het ingaan van de beleidsregel komt deze uitzondering te vervallen. De uitzondering voor outcross was bedoeld om fokkers de gelegenheid te geven om hun ras te verbeteren. Inmiddels zijn we 4 jaar verder en kan worden geconstateerd dat fokkers die outcross hebben toegepast deze uitzondering niet meer nodig hebben. Ook wordt in de beleidsregel expliciet gemaakt dat ouderdieren met lichamelijke ingrepen gerelateerd aan brachycephalie niet ingezet mogen worden als fokdier.
"De aanscherping van de fokregels is een enorm belangrijke volgende stap", aldus directeur Daphne Groenendijk van de Hondenbescherming. "Kortsnuitige hondenrassen zijn zo gefokt dat de meeste honden van dit type levenslang lijden onder tal van fysieke en erfelijke aandoeningen. Mensen vinden ze vaak schattig, omdat ze bijvoorbeeld snurken, maar eigenlijk zijn ze stikbenauwd. Hun baasjes zijn vaak slecht geïnformeerd en krijgen daardoor onverwachts te maken met hoge rekeningen voor medische behandelingen", aldus Daphne Groenendijk. "We hopen dat deze aangescherpte regels mensen nog meer aanzet tot nadenken: wil ik wel een hond die dagelijks zoveel pijn lijdt? Want de uiteindelijke verandering ligt natuurlijk bij de mensen die deze pups aanschaffen."
Toezicht
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gaat op deze aangescherpte regels handhaven. Als een fokker de regels overtreedt, kan een boete van € 1.500 euro volgen. Daarnaast wordt er in de meeste gevallen ook een last onder dwangsom opgelegd, om ervoor te zorgen dat de fokker ook echt stopt met fokken. Fokkers kunnen de dierenarts vragen om hun kortsnuitige hond te beoordelen op de criteria en een dierenartsverklaring af te geven. Toekomstige baasjes van honden worden aangeraden om bij het aanschaffen van een hond te vragen naar deze dierenartsverklaring. Daarnaast is het natuurlijk altijd goed om te vragen de moeder van een puppy te zien.
Campagne 'Koop geen kortsnuit'
Verschillende dierenwelzijnsorganisaties, waaronder de Koninklijke Hondenbescherming, voeren campagne om de kennis onder het grote publiek over kortsnuitige honden te vergroten. Met een ontmoedigingscampagne hopen de organisaties dat de vraag naar dit type honden afneemt en het bewustzijn over het lijden van deze honden groeit.