Lekker wandelen in de sneeuw!

De komende dagen zal vrijwel heel Nederland wit kleuren. Er is sneeuwval voorspeld en de temperaturen zullen dik onder nul komen. Heerlijk om in het mooie winterland naar buiten te gaan, samen met de hond. De meeste honden vinden sneeuw fantastisch! Toch is het belangrijk goed op te letten en de hond in de gaten te houden. Daarom 5 tips!

1. Knip lange haren bij de pootjes weg

Het is prachtig hoe bij sommige honden ook de vacht mooi over de pootjes groeit. Alleen met sneeuw kan dit leiden tot problemen. In de haren tussen de tenen kan sneeuw of ijs blijven hangen waardoor sneeuw- of ijsballen ontstaan onder de voetzolen van de hond. Dat kan erg pijnlijk zijn. Zijn deze ballen toch ontstaan, ga hier dan niet aan trekken, maar laat het smelten in je hand of in warm water, of knip het voorzichtig af.

2. Smeer pootjes in met vaseline

IJsklontjes, maar ook pekel, kunnen zorgen voor wondjes op de voetzolen. Om dit te voorkomen, kan je vaseline op de voetkussentjes smeren. Maak de poten na het wandelen weer schoon met lauw water.

3. Kijk uit voor strooizout

Als er veel sneeuw valt, wordt er ook veel pekel gestrooid om wegen begaanbaar te houden. Het strooizout kan zorgen voor wondjes op de voetzolen van de hond. Maar de hond kan de pekel ook oplikken. Van de straat of van zijn vacht na het rollen op straat. En dit kan echt levensgevaarlijk zijn! Het zoutgehalte in pekel is zeer hoog, waardoor het je hond kan vergiftigen. Door het zout dat de hond van de straat of via zijn pootjes of vacht binnen krijgt, kan hij misselijk worden of diarree krijgen. Een aantal milligram per kilogram hond kan dodelijk zijn. Spoel daarom na de wandeling de pootjes goed af met lauwwarm water en controleer de vacht op pekel.

4. Laat je hond niet te veel sneeuw happen

Veel honden zijn door het dolle heen in de sneeuw. Ze vinden het ook vaak leuk om in de sneeuw te happen en dit op te eten. Op zich kan dit niet veel kwaad, maar wel als de hond dit te veel doet. Te veel sneeuw kan leiden tot maag- en darmklachten waardoor de hond misselijk wordt, diarree krijgt of zal braken. In het ergste geval kan dit leiden tot een maagkanteling. Let dus goed op om dit te voorkomen. En als dat niet lukt, beperk dan de tijd die je samen met de hond buiten doorbrengt.

5. Voorkom onderkoeling

De meeste honden kunnen tegen kou, afhankelijk van het vachttype. Toch is het belangrijk om je hond in de gaten te houden. Als de hond niet gewend is lang buiten te zijn, of niet veel in beweging is, ga dan niet te lang naar buiten. Ook als de hond een natte vacht heeft is het verstandig snel een warme plek op te zoeken. Een natte vacht isoleert niet meer, waardoor de hond erg snel zal afkoelen.

Of jouw hond een winterjas nodig heeft, hangt af van het vachttype van je hond. Honden die kortharig en kleiner zijn, zullen het sneller koud hebben. Zij kunnen gebaat zijn bij een winterjas of dekje. Zorg voor een dekje dat goed aansluit, maar wel bewegingsruimte biedt en waterafstotend is.